Rond 8 uur opgestaan. The A-team hadden we gister niet meer gezien, maar we zagen hun busje op de camping staan. Gister al even besproken dat we vandaag wel samen konden rijden. We hebben niet zo’n lange dag voor de boeg (560km), maar we wilden wel graag met licht aankomen dus hadden gezegd tussen 9.30 en 10 weg te gaan. Brett haalt wat brood in de stad en ondertussen zetten wij, nu we een keer de tijd hebben, maar eens koffie voor onszelf. Een slap, waterig bakkie later zijn wij klaar om te gaan, maar de jongens zijn hun auto nog aan het inpakken. We dralen wat over het vervallen terrein, maar als het zwarte busje dan eindelijk rijdt zeggen ze nog even de stad in te willen om een internetcafé te zoeken om foto’s te uploaden. Das prima, maar wij besluiten om wel alvast naar Kiffa te gaan.
We leren Mauritanië kennen. Overal zie je drie dieren in overvloed; geiten, koeien en ezels. Vooral die laatsten willen nogal eens koppig midden op de weg blijven staan. Velen van de ezels hebben het zwaar te verduren door de stokslagen die ze krijgen als ze voor de wagens gespannen zijn; ook als ze niet harder kunnen, omdat er bijvoorbeeld een auto of andere wagen voor ze rijdt. Erg ondervoedt zijn de dieren gelukkig niet, hoewel er natuurlijk geen grammetje teveel aan zit. Buiten de dorpen liggen ook regelmatig karkassen in verschillende staten van ontbinding langs de weg. Ja, je kan zo’n beest natuurlijk ook niet meeslepen als ‘ie het onderweg begeeft, maar het benadrukt hoe anders dit land is. Het is echt een luxe om dieren net zoveel aandacht te kunnen geven als mensen.
Overal waar we even stoppen (in een dorpje om brood te kopen, bij een benzinestation om te tanken) drommen er kinderen om ons heen “donner moi la bic” (pen), “donner moi bonbon” en zelfs “donner moi l’argent” wordt er geëist. Het staat ons tegen; er kan geen hallo vanaf en als je toch eens besluit wat te geven zal je nooit een “merci” horen. Het toppunt is als we vandaag bij een tankstation stoppen. Rik geeft de sleutel aan de tankbediende en stapt dan uit om met wat B2B-ers die achter ons stopten te gaan kletsen. Lies die achter het stuur blijft zitten heeft dan de buitengewoon aangename taak zo vaak mogelijk “non” te zeggen. Eerst vragen de kids om het gebruikelijke; pennen, snoep. We hebben ontzettend veel pennen, dus Lies pakt een handje en wil die één voor één uitdelen. Binnen no-time steken er 20 kinderhandjes door de ruit die allemaal in het luchtledige grijpen om een pen te pakken te krijgen. Enkele seconden en een arm vol met krasjes later zijn de pennen weg: “c’est finit”. (We moeten natuurlijk ook overhouden voor de rest van de reis.) Dan begint het vragen om werkelijk alles wat er in de auto te zien is, van het woordenboek tot je zonnebril tot de GPS tot de achteruitkijkspiegel. “Non!”
Wat deze stop des te memorabeler maakt is het benzinestation zelf. Er is maar één pomp met een analoog systeem om de liters te tellen (4 wieltjes, 10 cijfertjes die doorklikken) en de diesel moet met de hand opgepompt worden! We maken er een foto (en stiekem ook een filmpje) van, waar we bij het afrekenen ook voor betalen. Hij heeft geen wisselgeld zegt hij, dus dat is dan maar voor de foto.
Verder zien we de hele dag weer prachtige landschappen; wijdse dorre leegte en ook enorme bergen. Overal, binnen en buiten de dorpjes, staan mensen (voornamelijk kinderen) langs de weg die hun hand ophouden of gebaren dat we moeten stoppen. Zouden er ooit auto’s zijn die dat ook daadwerkelijk doen? We vragen ons sowieso af waar die mensen vandaan komen. Al de hele reis gebeurt het regelmatig dat je denkt dat je in the middle of nowhere bent en er toch opeens mensen naast je auto staan. Over het algemeen komt het er natuurlijk op neer dat zij weten dat er nog wel eens auto’s stranden en daar een slaatje uit proberen te slaan. In sommige dorpen gooien kinderen stenen naar de auto. We waren al gewaarschuwd dat ze dat een leuk tijdverdrijf schijnen te vinden, maar kunnen niet echt waarderen dat het waar blijkt te zijn. Gelukkig geen schade.
We nemen ook even de dorpen door die door de organisatie zijn voorgesteld als “goede-doel dorpen”. Misschien dat we er vandaag nog één aan kunnen doen en anders morgen met de anderen. Vlak voor Kiffa zal de eerste zijn: N’Tikkhat, maar als we er doorheen rijden zien we niet direct waarom dit dorp de hulp harder nodig zou hebben dan andere dorpen. We besluiten door te rijden naar het kamp. We hopen eigenlijk voor het donker ook nog een garage in Kiffa te vinden die naar onze schokdempers kan kijken: het ijzerdraad houdt het op zich prima, maar het is toch een beetje alsof je op een trampoline zit iedere keer dat we hobbels tegenkomen. Om 17u bereiken we een nieuwe maximumtemperatuur: 45,7 graden in de auto en 35,7 buiten.
Tegen half 7, net voor schemer rijden we het kamp binnen dat direct aan de weg ligt. Het is het enige kamp in de hele rally waar racing&touring tegelijk staan, maar daar zullen we weinig van merken. Meteen zien we R&R die hun tent dicht bij de ingang hebben opgezet en na vijf minuten is er een hoop duidelijk voor ons: we hoeven niet te proberen naar Kiffa te gaan voor een garage, want het is eigenlijk maar een uit de klauwen gegroeid dorp en als ze al een garage hebben zullen ze geen LaRo schokdempers kunnen regelen. We horen ook dat de Laurence en Ciaran inderdaad voor een belachelijk bedrag een nieuwe motor in de auto hebben laten zetten die het maarliefst 50km gehouden heeft; nu zitten ze 50km buiten Dahkla vast! Het ergste is dat ze het land niet zonder auto kunnen verlaten dus dat ze ook nog moeten gaan betalen om de auto terug te laten verschepen naar Spanje, terwijl het ding eigenlijk nutteloos is inmiddels. Ze komen dus nooit meer op tijd in Bamako en zijn bakken en bakken met geld kwijt….heel erg zuur!
Dan horen we ook over N’Tikkhat; het jongensteam van de Travel Channel had daar een paar solar panels willen afleveren, omdat het dorp die hard nodig zou hebben aangezien er geen stroomvoorziening is. Toen ze echter het dorp in kwamen was overal straatverlichting te zien en liepen overal elektriciteitskabels. Ze vroegen naar de village chief die de solar panels in ontvangst zou nemen. Vijf minuten later kwam deze opdagen in zijn gloednieuwe BMW X5! De jongens hebben rechtsomkeert gemaakt en de solar panels meegenomen; er zou vast nog wel een dorp komen dat ze harder nodig had. Aan deze misser kon de organisatie overigens weinig doen, het dorp was aangeraden door ScoobyDoo; vreemd!
We pakken twee jerrycans van het dak om op te zitten en sluiten ons aan bij R&R en de jongens van Travel Channel. De jongens van The A-team (of C-Team zoals ze zich inmiddels noemen) hebben we de hele dag niet gezien. Er komt wat Spaanse worst op tafel en we praten (zoals Europeanen betaamt) over het gebrek aan alcohol in dit land. R&R wrijven ons nog even in dat zij wél een restaurant met bier, wijn en sterk gevonden hadden in Nouakchott en nog wel op 200meter van het Novotel. Hoe hebben wij dat kunnen missen? Alsof we dit ernstige alcoholgebrek uitstralen komt er opeens een gestoorde Hongaar bij ons zitten met twee flessen Palinkha bij zich; het goedje waarvan we al iets teveel gezien hadden in de GPS-shop. Dit hindert Rik en Raoul echter niet om zich er volledig te buiten aan te gaan, samen met nog wat Hongaren die later bij ons komen zitten. Wat ze vooral de das omdoet is het oranje goedje in een plastic flesje, waarvan één van de Hongaren zegt dat het hem echt te sterk is. Ze willen zich natuurlijk niet laten kennen en het spul, dat aandoet als benzine, gaat met een paar grote slokken naar binnen.
Ross en Lies weten beter en zien hoe hun teamgenoten langzaam hun padje volledig bijster raken. Bovendien komt met een bodem van alleen wat brood en een paar hompen (ook door de Hongaren meegebracht) vlees de alcohol nog net iets harder aan. Lies zorgt dat de nodige stempels in de paspoorten komen (omdat we met zo’n grote groep zijn doen ze dat in het kamp in plaats van morgen aan de grens met Mali), terwijl Rik de auto volledig overhoop haalt, omdat hij met zijn enigszins stomdronken hoofd zijn visitekaartjes niet kan vinden. Enige woordenwisseling over deze rolverdeling kan natuurlijk niet vermeden worden, maar ach de rollen zijn ook wel eens omgedraaid geweest zullen we maar zeggen. Positief van deze avond is dat we inzien dat niet alle Hongaren alleen maar met Hongaren klitten en dat er zelfs plannen voor een nieuwe film zijn gemaakt met twee van hen!
Kilometers: 560km
Begin van de dag: 8u opgestaan, 10u weggereden.
Eind van de dag: 18.30u in Kiffa, 23:30u in bed.
Aantal uren gereden: ong. 8u.
Slaapplek: in de auto in een kamp net voor Kiffa (7u)
donderdag 12 februari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten