Als we opstaan is het nog pikkedonker buiten. Rik klimt op het dakrek om alles weer vast te maken (we hadden bijvoorbeeld de high-lift eraf gehaald) en Lies bindt met wat hulp van een dorpsinwoner (wie konden we niet zien in het donker) het nummerbord op de voorkant weer vast met tie-wraps. (Nummerbord was eraf gevallen toen we vastzaten in de modder.) Dan is er ontbijt, terwijl wij aan ons ronde tafeltje op de grond plaatsnemen, gaan er ook wat ouderen voorin de kamer zitten eten. Moha komt bij ons zitten en zegt als we klaar zijn met eten dat we maar even naar buiten moeten lopen om met de chauffeur te overleggen hoeveel we gaan betalen voor het ons naar de grote weg loodsen. Wij zullen dan Moha betalen en hij betaalt iedereen die nog iets van ons krijgt weer uit (wat zou hij er zelf op nahouden?) We lopen naar buiten, maar kunnen de chauffeur nergens vinden. Als we weer binnenkomen zit de chauffeur bij Moha en de onderhandelingen gaan dan als het ware via Moha; de chauffeur spreekt alleen Berber en Arabisch dus dat zou ons toch niet gelukt zijn.
Goed, hoeveel kost het om ons naar de grote weg te loodsen. Zonder blikken of blozen zegt Moha 500euro. Onze oren klapperen en we proberen in ons gebrekkige Frans uit te leggen dat we dat niet hebben. We krijgen nu echt het idee dat die mensen denken dat 500 euro voor ons een schijntje is, dat we dat in een uurtje verdienen ofzo en ze lijken zich ook af te vragen hoe wij dat nou te veel kunnen vinden. Moha vraagt hoeveel we er dan voor over hebben en we zeggen 50 euro. Dat kan natuurlijk niet zegt hij en wij geven aan dan wel alleen te gaan; we hebben de hele dag om met behulp van de GPS de grote weg te vinden, zelfs al lopen we daarmee nog heel veel vertraging op, het is ons de 500 euro niet waard. Alleen als we dan vast komen te zitten hebben we wel een groot probleem. We betalen voor het slepen, het zoeken van de radiator en de reparatie en lopen naar buiten.
Dan komt Moha weer naar ons toe; hij lijkt ons toch liever niet alleen op pad te willen sturen en stelt voor dat de chauffeur ons voor 100 euro naar het begin van de bergen zal brengen; dit is in ieder geval de rivier over en vanaf de bergen loopt er een redelijk makkelijk te volgen pad zegt hij. Wij zeggen 70euro en hebben dan een deal. Het stelt ons wel gerust dat iemand ons even op weg helpt nu. We zullen dit geld aan de chauffeur zelf betalen als we bij de bergen zijn; Moha zal hier dus wel niets aan overhouden. We zeggen iedereen gedag en gaan op pad; ze rekenen ons niets voor de twee overnachtingen en al het eten en water dat we gehad hebben. Ze leken toch echt wel het beste met ons voor te hebben, maar zullen alleen niet begrijpen dat het geld dat zij ons vragen voor hun diensten voor ons ook ontzettend veel geld is.
Om 8 uur rijden we weg. Als we achter de chauffeur (en de mechanic die met hem meerijdt) aanrijden zijn we blij dat hij ons dit eerste stuk even leidt; het zijn veel zanderige en soms onherkenbare wegen, waar we zelf een stuk langer over gedaan hadden. Net na de rivier staan we even vast op een zanderig heuveltje en de chauffeur en mechanic rennen meteen uit hun auto om ons te helpen, gelukkig komen we er vrij gemakkelijk zelf uit. We komen bij de bergen, betalen de chauffeur die ons nog even aangeeft dat als de weg straks in drieën splitst wij de middelste moeten nemen en dan zijn we echt op onszelf aangewezen. De weg is in eerste instantie goed te volgen en ook op de GPS lijken we de goede kant op te rijden. We zitten nu wel echt in de middle of nowhere; als hier iets gebeurd kan het dagen duren voor er een auto langs komt.
Dan houdt het pad op, op goed geluk rijden we over een soort stenenzee in de richting van waar het pad lijkt te lopen, ondertussen komen de bergen steeds dichterbij. Als we de “piste principal” (main dirtroad) niet voor die tijd terugvinden komen we de bergen sowieso niet door; daar moet je altijd de piste volgen. Van tijd tot tijd kunnen we wat bandensporen volgen die dan toch weer lijken te vervagen, we zijn tot op de dag van vandaag bijna verbaasd over het feit dat er niet één band lek is gegaan tijdens die rit! Gelukkig vinden we vlak voor we de bergen ingaan het pad terug (dit is overigens niet veel meer dan wat diepe bandensporen van de auto’s die hier vaker rijden). Halverwege de bergen krijgt Lies een smsje binnen; we hebben weer bereik!!! Na nog een half uurtje hobbelen komen we bij de grote weg aan; wat een geruststelling, vanaf hier is het alleen nog maar grote wegen volgen tot we weer bij zijn!
We besluiten een lekker Hollands broodje rookworst te maken om het te vieren; uit het niets stopt er een truck waar 3 Marokkanen uitstappen met een fiets. Ze gaan iets verderop zitten en bekijken hoe wij hannesen met onze gasflesjes, water koken, etc. We pompen de banden weer op naar de gewone bandendruk, eten ons broodje en besluiten de bouillon mee te nemen in de auto. Nu komt één van de Marokkanen ons fossielen aanbieden; tijd om echt te gaan. Dan volgt een dag van weg, weg en nog eens weg. We luisteren muziek, houden de navigatie in de gaten, en kijken onze ogen uit naar het landschap. Hoogtepunten vinden we in echte cola uit een glazen flesje die we halen bij een tankstation en opdrinken terwijl we in de volle zon door de bergen rijden. We smsen de andere teams dat we weer onderweg zijn en krijgen te horen dat ook de 4 Engelsen in de Delica pech hebben gehad, zij vertrekken vandaag vanuit Zagora (een paar honderd km verder dan Ramlia) en proberen ook Smara te halen.
De zon gaat al langzaam richting horizon als we na vele bergweggetjes eindelijk bij Foum Zgid aankomen (waar we twee dagen eerder al hadden moeten zijn), we vragen ons af of het überhaupt mogelijk is geweest voor de teams zonder pech om dit te halen. Tegen het donker parkeren we onderaan een weg om wat eten te maken (Bami uit blik, opgebakken, best te eten met wat knakworsten) en we gaan weer verder. In eerdere etappes kwamen we regelmatig andere teams tegen, maar het feit dat dat nu niet zo is, omdat we zo ver achterlopen, geeft ons een wat verlaten gevoel. Het zijn enge weggetjes in het donker; tegemoetkomende auto’s en vrachtwagens rijden met groot licht en het is bijna een kwestie van ogen dicht en hopen op het beste. Als er niets aankomt kun je rustig op het midden van de weg rijden. We moeten steeds de afweging maken tussen veilig rijden en snel willen rijden, omdat we in willen halen. Tegen het einde van de avond komen we de eerste checkpunten tegen; ze vragen om onze fiches (A4-tje met alle relevante info van de teamleden), er wordt hier nog niet gevraagd om petit-cadeau (deze kadootjes kunnen alles zijn van pennen tot je horloge).
De checkpunten zijn altijd wel met bordjes van tevoren aangegeven, maar in het donker zijn die moeilijk te zien. Op een gegeven moment waarschuwt Lies Rik (die aan het rijden is) dat er verderop een checkpunt is, Rik had deze nog niet gezien, moet vol in de remmen en daarbij ook nog een vrachtwagen ontwijken. Dit valt de agent natuurlijk op en hij vraagt of het goed gaat, Rik zegt “ja”. En of hij gedronken heeft, Rik zegt “ja”. Lies zegt “nee”; Rik had de vraag niet begrepen en herstelt het antwoord. De agent lijkt te willen aangeven dat hij vind dat we van plek moeten ruilen, maar als we onze gordel losmaken gebaart hij ons dat we wel kunnen doorrijden. Even later wisselen we, maar we weten dat we zo echt niet veel langer door kunnen rijden.
Als we Tantan bereiken besluiten we dat het tijd is om te stoppen (zo moe als we zijn is rijden echt niet meer veilig). We hebben inmiddels ook een boel vervelende weersomstandigheden gehad; hele dichte mist, regen en harde wind wat het rijden alleen nog maar vermoeiender maakt. Als we vanaf hier nog door zouden rijden naar Smara zouden we een weg moeten volgen die een stuk slechter is (misschien niet eens geasfalteerd) en bovendien zouden we dan ook nog het kamp moeten zoeken, dat sowieso off-road is. Het zou nog minimaal 3uur rijden zijn en als we morgen de grote wegen blijven volgen dan kunnen we aansluiten in het kamp vlakbij de Kreeftskeerkring. Om 3uur doen we dan het licht uit in ons Landrovertje, geparkeerd op een parkeerplaats aan de rand van Tantan, net na het checkpunt.
Kilometers: ong. 950
Begin van de dag: 5.45u opstaan, 8u weg.
Eind van de dag: 3u (’s nachts)
Aantal uren gereden: 17uur
Slaapplek: eerste benzinestation in Tantan (4,5u)
Reparaties: banden oppompen, water in koelsysteem 2x bijgevuld
dinsdag 3 februari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
hello from Morocco. it's great to meet you in my village Ramlia during your trip to Bamako. i'm Youssef and i'm glad read about me in your blog. i hope that you managed to arrive to Bamako safely and that you are in good health. hope also that one day you will come to Morocco and have nice time here.
youssef_ramlia@hotmail.com
roughtours@gmail.com
www.roughtours.com
Een reactie posten